Naar inhoud springen

Johan Adolf van Nassau-Usingen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johan Adolf
Prins Johan Adolf van Nassau-Usingen
Prins Johan Adolf van Nassau-Usingen
Militaire informatie
Rang Kolonel der infanterie 1752
Kolonel der cavalerie 1758
Brigadegeneraal der cavalerie 1761
Maréchal de camp 1762
Generaal-majoor der fuseliers 1764
Luitenant-generaal 1777
Slagen/oorlogen Zevenjarige Oorlog:
Slag bij Hastenbeck 1757
Slag bij Sandershausen 1758
Slag bij Lutterberg 1758
Slag bij Bergen 1759
Slag bij Minden 1759
Beleg van Kassel
Beleg van Wolfenbüttel
Slag bij de Brücker Mühle 1762
Beierse Successieoorlog
Huis Nassau-Usingen
Vader Karel van Nassau-Usingen
Moeder Christiane Wilhelmina van Saksen-Eisenach
Geboren 19 juli 1740
Biebrich
Gestorven 10 december 1793
Wiesbaden
Begraven Laurentiuskerk, Usingen
Partner Carolina Wilhelmina Freiin von Reischach zum Reichenstein
Religie Calvinistisch
Wapenschild
Het wapen van de Walramse Linie sinds 1660

Johan Adolf van Nassau-Usingen (Biebrich 19 juli 1740 - Wiesbaden 10 december 1793)[1][2] was generaal in Franse en Pruisische dienst. Hij stamt uit de Walramse Linie van het Huis Nassau.

Johan Adolf was de derde en jongste zoon van vorst Karel van Nassau-Usingen en Christiane Wilhelmina van Saksen-Eisenach,[1][2][3] dochter van hertog Johan Willem van Saksen-Eisenach en Magdalene Sibylle van Saksen-Weissenfels.[2][3][4][5]

In 1749 ging Johan Adolf met zijn oudere broers naar de Nederlanden. Hij verbleef drie jaar voor zijn opleiding in Utrecht. In 1752 trad hij in Franse dienst en werd kolonel. Hij ontving het regiment infanterie van de graaf von Fersen. In 1758 verruilde hij dat voor het regiment cavalerie Nassau-Saarbrücken.

Tijdens de Zevenjarige Oorlog was hij van 1757 tot 1761 met de Franse troepen in Duitsland. Hij was aanwezig bij de veldslagen bij Hastenbeck, Sandershausen, Lutterberg, Bergen en Minden, verder bij de belegering van Kassel en Wolfenbüttel, evenals bij de gevechten bij Grüneberg en Amöneburg. In de Slag bij Sandershausen werd hij in de linkerschouder geraakt.

In 1760 kreeg Johan Adolf de Orde Pour le Mérite militaire.[6] In 1761 werd hij brigadegeneraal van de cavalerie en in 1762 maréchal de camp. In 1763 ontving hij de Paltse Hubertus Orde.

In 1764 trad Johan Adolf in Pruisische dienst onder koning Frederik II. Johan Adolf werd generaal-majoor en ontving het regiment fuseliers nr. 47 (Grabow). In de Beierse Successieoorlog was hij bij het leger van prins Hendrik van Pruisen ingedeeld. Op 11 januari 1777 werd Johan Adolf luitenant-generaal. Hij werd beschuldigd van het verduisteren van legerfondsen, waarop hij op 25 november 1778 verontwaardigd de dienst verliet.

Johan Adolf was gehuwd met Carolina Wilhelmina Freiin von Reischach zum Reichenstein (1740–1804).[7]

Johan Adolf overleed in Wiesbaden in 1793 en werd begraven in de Laurentiuskerk te Usingen.