Ninken
Ninken | ||
---|---|---|
? – 498 | ||
24e keizer van Japan | ||
Periode | 488 tot 498 | |
Voorganger | Kenzo | |
Opvolger | Buretsu | |
Vader | Ichinobe-no Oshiwa |
Keizer Ninken (仁賢天皇, Ninken-tennō), of Ninken-okimi, was de 24e keizer van Japan[1] volgens de traditionele opvolgingsvolgorde.[2]
Er zijn geen concrete data bekend over zijn geboorte, regeerperiode en dood, behalve dat hij ergens in de late 5e eeuw keizer was.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Ninken werd geboren als Oyoke. Hij en Kenzo waren beiden kleinzonen van de 17e keizer, Richu, en zonen van Ichinobe-no Oshiwa. De twee waren geadopteerd als erfgenamen door keizer Seinei daar deze zelf geen kinderen had.
Oyoke stond toe dat zijn jongere broer eerst de troon kreeg. Toen Kenzo ook zonder erfgenamen stierf, werd Oyoke keizer onder de nieuwe naam Ninken.
Ninken kreeg tijdens zijn keizerschap wel kinderen. Zijn dochter trouwde met Keitai, opvolger of mogelijk usurpator na haar broer, en werd moeder van Kimmei, een toekomstig keizer. Er was mogelijk nog een andere dochter van Ninken, prinses Tachibana.
Ninken werd opgevolgd door zijn zoon, keizer Buretsu.[3]
- Aston, William George. (1896). Nihongi: Chronicles of Japan from the Earliest Times to A.D. 697. London: Kegan Paul, Trench, Trubner. OCLC 448337491.
- Brown, Delmer M. and Ichirō Ishida, eds. (1979). Gukanshō: The Future and the Past. Berkeley: University of California Press. ISBN 978-0-520-03460-0; OCLC 251325323.
- Titsingh, Isaac. (1834). Nihon Ōdai Ichiran; ou, Annales des empereurs du Japon. Paris: Royal Asiatic Society, Oriental Translation Fund of Great Britain and Ireland. OCLC 5850691.
- Varley, H. Paul. (1980). Jinnō Shōtōki: A Chronicle of Gods and Sovereigns. New York: Columbia University Press. ISBN 978-0-231-04940-5; OCLC 59145842.
- ↑ Japanse hof (Kunaichō), 仁賢天皇 (24)
- ↑ Brown, Delmer et al. (1979). Gukanshō, pp. 259-260; Varley, Paul. (1980). Jinnō Shōtōki, p. 117; Titsingh, Isaac. (1834). Annales des empereurs du japon, pp. 30.
- ↑ Aston, William. (1998). Nihongi, Vol. 1, pp. 393-398.